Voor wie reeds het boek ‘Bier op transport’ uit de reeks ‘Antwerpen Bierstad’ (Antwerps BierCollege) bezit, zal een en ander al bekend overkomen. Toch slaagt Paul Daeleman er weer in het onderwerp van heel wat aanvullingen en nieuw materiaal te voorzien. Zoals we de schrijver kennen, bekijkt hij een zo groot mogelijk aantal facetten van zijn onderwerp en dat leidt soms tot onverwachte informatie. Deel 1 bevat hoofdstukken 1 t.e.m. 5, deel 2 hoofdstukken 6 t.e.m. 13, waarop epiloog, biblio-grafie en afkortingen volgen. We bespreken beide werken hier als een geheel. In de eerste twee hoofdstukken wordt het verleden geschilderd: hoe zag het bierlandschap er in de voorbije eeuwen uit? Vanaf het derde hoofdstuk gaan we bekijken hoe het transport zich ontwikkelde. Dit hing nauw samen met de recipiënten, anders gezegd:het transport van vaten heeft andere behoeften als dat van flessen! Vervolgens gaan we de vervoermiddelen nauwer bekijken: van sleeën over karren naar wagens, komen we tenslotte bij gemotoriseerd transport terecht. Ondertussen gebruikt men tal van alternatieven (honden, paarden, ezels, schepen, vliegtuigen…), moet ook binnen de brouwerij het bier verplaatst worden, of zien we een kruisbestuiving tussen bier- en andere karren. Dan worden enkele andere vragen beantwoord: hoe komt bier uit het buitenland naar hier, wat heeft saccharine met biertransport te maken en hoe ging het er in oorlogstijd aan toe? (dit laatste, zoals de trouwe lezer weet, is een stokpaardje van schrijver Daeleman) Tussendoor lezen we nog over mobiele brouwerijen, lees: brouwende schepen of schepen met een brouwerij aan boord. Het geheel wordt afgerond met vernieuwingen sinds de 2e helft van de 20e eeuw. Uiteraard mag hier de befaamde bierpijplijn van de Halve Maan in Brugge zowat ‘de deur dichttrekken’. Met een schrijver als Paul Daeleman bestaat de kans om in clichés te vervallen: ja, duidelijk geschreven; ja, een veelvoud aan informatie; ja, rijk geïllustreerd; ja, duidelijke registers! En daarbovenop zeer mooi uitgegeven en afgewerkt door de mensen van Mout- en brouwhuis De Snoek! We zouden jullie niet voor minder durven lastig vallen, maar ja, nog een cliché: ook deze twee boekjes verdienen een ruime verspreiding!
Hans